Curcumine
Al heel lang wordt curcumine, de gele kleurstof uit curcuma (Curcuma longa), onderzocht in verband met antioxidatieve, ontstekingsremmende, antimutagene en anticarcinogene effecten. In vitro- en in vivo-studies wijzen op een kankerremmend effect bij kankercellijnen van darmen, maag, lever, alvleesklier, long, prostaat, borst, bloed en huid. Het bijzondere van curcumine is dat het selectief tegen kankercellen werkt en het dus voor gezonde lichaamscellen niet toxisch is en geen onderdrukking van het immuunsysteem en beenmerg geeft.
Intussen is na al deze onderzoeken zonder twijfel bewezen dat curcumine bijna alle signaalwegen van tumoren kan remmen. Daarnaast kan het ook de celproliferatie, tumorinvasie, metastase en vascularisatie remmen. De chemopreventieve activiteit van curcumine kan worden toegeschreven aan het feit dat het de apoptose van tumorcellen induceert via verschillende signaalwegen (upregulatie van het tumoronderdrukkende gen p53 en initiatie van mitochondriale apoptose door verhoogde Bax productie).
Aangezien apoptose de belangrijkste oorzaak van celdood is, zijn stoffen zoals curcumine die apoptose/celdood kunnen induceren de meest veelbelovende kandidaten voor kankertherapie. Bovendien vertraagt curcumine de zogenaamde NFkB (nucleaire factor kappa B), die als een hoofdschakelaar in de celkern de hele cascade van ontstekingscytokines in gang zet. Deze zijn onder andere verantwoordelijk voor de ontwikkeling van kankercellen en hun overleving.
Net als sommige chemotherapeutica voorkomt curcumine dat tumoren door de vorming van bloedvaten hun eigen bloedtoevoer creƫren: Curcumine remt VEGF, de vasculaire endotheliale groeifactor die hiervoor verantwoordelijk is. Curcumine werkt ook als een tyrosine kinaseremmer, die epitheliale groeifactoren (EGF) blokkeert en zo de deling van kankercellen voorkomt. Curcumine wordt opgenomen in de celmembranen van kankercellen en maakt ze doorzichtiger en dus kwetsbaarder voor het immuunsysteem, voor biologische kankertherapieƫn, en ook voor chemotherapie of radiotherapie.
In een studie die in 2006 in het tijdschrift Clinical Gastro-enterology Hepatology werd gepubliceerd, heeft een combinatie van 480 mg curcumine en 20 mg quercetine driemaal daags het aantal en de omvang van colonadenomen bij familiale adenopolypse zonder tekenen van toxiciteit aanzienlijk verminderd. Op basis van de dosisniveaus gaat Prof. Francis M. Giardelli ervan uit dat curcumine de beslissende stof was.
De werkzaamheid van curcumine is bewezen, maar probleem met de aanvoer van curcumine lag in de slechte absorptie van curcumine uit de darm. Dit kan worden verhoogd door de toevoeging van piperine, maar dat leidde niet tot voldoende effectieve niveaus in het bloed en andere weefsels. Daar is sinds kort een oplossing voor bedacht, door middel van “Phytholistic” capsules.
Veilig de juiste supplementen bestellen? Bezoek onze shop: Klik hier
Bronnen: